Achtergrond afbeelding Achtergrond afbeelding darkmode

Pathophysiology of SNAP in individuals with mild cognitive impairment

Mensen met MCI-SNAP (Suspected Non-Alzheimer Pathophysiology) hebben schade in het brein passend bij de ziekte van Alzheimer, maar zonder aanzienlijke ophoping van het alzheimereiwit amyloïd-bèta. Vooralsnog is het onduidelijk wat zij precies hebben.

Resultaten

Deze studie toont aan dat SNAP (Suspected Non-Alzheimer Pathophysiology) bij mensen met lichte cognitieve stoornissen (MCI-SNAP) gekenmerkt wordt door een verstoring in de aanmaak of afvoer van het amyloid eiwit en bestaat uit biologische subgroepen inclusief een kleine groep met typische Alzheimer (AD) pathologie in hersenvocht. Neuronale schade markers in hersenvocht, cognitieve prestaties, en krimp van de hersenen bij SNAP waren vrij vergelijkbaar met mensen met typische AD maar er was sprake van meer vasculaire schade in het brein bij SNAP dan bij typische AD. De analyses van een groot aantal eiwitten lieten zien dat eiwitten die een rol spelen bij AD- gerelateerde processen (e.g. ontsteking en plasticiteitsrespons) verhoogd zijn bij SNAP ten opzichte van controles maar wel verlaagd zijn bij SNAP ten opzichte van typische AD.

Deze bevindingen dragen bij aan een beter inzicht in wat SNAP precies is en een vroegere diagnose en betere zorg voor mensen met SNAP en SNAP subtypes.

Meer informatie

Verslagen


Eindverslag

Mensen met SNAP (Suspected Non-Alzheimer Pathophysiology) hebben schade in het brein passend bij de ziekte van Alzheimer, maar zonder aanzienlijke ophoping van het alzheimereiwit amyloïd-bèta. In dit project werd onderzocht wat SNAP precies is en welke processen in het brein SNAP kunnen verklaren bij mensen met lichte cognitieve stoornissen (MCI). De onderzoekers bestudeerden een groot aantal eiwitten in hersenvloeistof en vasculaire schade en krimp van de hersenen op hersenscans bij mensen met MCI en SNAP. De studie toont aan dat SNAP bij mensen met MCI gekenmerkt wordt door een verstoring in aanmaak of afvoer van het amyloid eiwit en bestaat uit biologische subgroepen inclusief een kleine groep met typische Alzheimer (AD) pathologie in hersenvocht. Neuronale schade markers in hersenvocht, cognitieve prestaties, en krimp van de hersenen bij SNAP waren vrij vergelijkbaar met mensen met typische AD maar er was sprake van meer vasculaire schade in het brein bij SNAP dan bij typische AD. De analyses van een groot aantal eiwitten lieten zien dat eiwitten die een rol spelen bij AD-gerelateerde processen (e.g. ontsteking en plasticiteitsrespons) verhoogd zijn in SNAP ten opzichte van controles maar wel verlaagd zijn bij SNAP ten opzichte van typische AD. Bevindingen van deze studie dragen bij aan een beter inzicht in de onderliggende mechanismen van SNAP en een vroegere diagnose en betere zorg voor mensen met SNAP of SNAP subtypes.
Het afgelopen jaar heb ik alle klinische data van deelnemers met lichte cognitieve stoornissen en SNAP uit verschillende Europese centra verzameld en geïntegreerd in één dataset. Alle biologische samples zijn naar het centrale lab verstuurd voor analyse. De brein scans zijn bijna volledig geanalyseerd. Dit omvat patronen van hersenkrimp en vasculaire schade. Begin volgend jaar verwacht ik ook alle eiwitresultaten uit hersenvocht om met deze data analyses aan de slag te gaan.

Kenmerken

  • Projectnummer:
    733050502
  • Looptijd: 100%
    Looptijd: 100 %
    2015
    2019
  • Gerelateerde programma's:
  • Gerelateerde subsidieronde:
  • Projectleider en penvoerder:
    Dr. S.J.B. Vos PhD
  • Verantwoordelijke organisatie:
    Maastricht Universitair Medisch Centrum+