Evaluatie en optimalisering van innovatieve tweede spoor aanpak Volzin-2plus
Bureau Volzin en St. BOOR hebben de Volzin-2plus aanpak ontwikkeld, die begint met een uitgebreide probleemanalyse en resterende eerstespoormogelijkheden onderzoekt voordat de focus op het tweede spoor komt te liggen. De aanpak adresseert gedrag en attitude van cliënten, wat leidt tot maatwerktrajecten die aansluiten op hun wensen en mogelijkheden. Bij de eerste 55 trajecten was het succespercentage bijna 70%. Dit project richt zich op het in kaart brengen van effecten en succesfactoren van deze aanpak.
Doel
Het project onderzoekt de effecten van de Volzin-2plus aanpak bij St. BOOR en andere werkgevers, inclusief succes- en faalfactoren. Aanvullend is er aandacht voor mogelijke verbeterpunten die kunnen leiden tot optimalisatie van de probleemanalyse en verdere aanpak. Centrale vragen zijn: Wat zijn de effecten van de Volzin-2plus aanpak en bij welk type cliënt werkt de aanpak beter? Hoe ervaren stakeholders (zoals cliënten, leidinggevenden en reintegratiecoaches) deze aanpak? En hoe kan het nog beter?
Aanpak/werkwijze
We evalueren de Volzin-2plus aanpak bij meer dan 100 cliënten tussen 2023 en 2026. Het onderzoek meet de effecten, identificeert succes- en faalfactoren, en ontdekt verbeterpunten. We combineren cijfermatig onderzoek met interviews over persoonlijke ervaringen van cliënten, leidinggevenden, HR-professionals en re-integratiecoaches.
Samenwerkingspartners
Bureau Volzin, St. BOOR, cliënten, leidinggevenden, HR-professionals, re-integratiecoaches, OVAL
(Verwachte) resultaten
Het project beoogt inzicht in effecten en succes- en faalfactoren van de Volzin-2plus aanpak en zoekt naar verbetermogelijkheden, zoals optimalisatie van de probleemanalyse. De aanpak vermindert langdurig ziekteverzuim, loondoorbetalingslasten en voorkomt WIA-uitkeringen. Het project genereert kennis voor breder gebruik in het re-integratiewerkveld en biedt handvatten voor maatwerk in de overgang van eerste naar tweede spoor en persoonlijke aandacht voor cliënten. Door brede kennisoverdracht kunnen inzichten bijdragen aan betere tweedespoortrajecten ten gunste van zowel cliënten als werkgevers. Kennisoverdracht vindt plaats via een slotconferentie, uitgebreide toegankelijke beschrijving van de aanpak, informatie op diverse websites en gericht overleg met relevante beroeps- en branche-organisaties.