Achtergrond afbeelding Achtergrond afbeelding darkmode

De ontwikkeling van een multidisciplinaire netwerkrichtlijn 'Subfertiliteit

De regionale subfertiliteitzorg is niet optimaal, bleek uit een eerdere analyse: patiënten vinden de organisatie van deze zorg onduidelijk (onder andere de rolverdeling van verschillende actoren), dat niet-medische aspecten niet centraal staan, verschillen in kwaliteit van zorg en onvoldoende onderlinge samenwerking. Er waren verschillende landelijke monodisciplinaire richtlijnen en 1 Landelijke Transmurale Afspraak met betrekking tot subfertiliteit (NHG, NVOG, NVU en KLEM), er bestond echter geen multidisciplinaire ‘netwerkrichtlijn’.

Werkwijze

Bij het opstellen van de multidisciplinaire netwerkrichtlijn was expliciet aandacht voor het patiëntenperspectief. Daarvoor werd FreyaWIKI ontwikkeld, een op het principe van Wikipedia gebaseerde methode om de kennis van een grote groep betrokkenen samen te brengen en te gebruiken. Dit heeft uiteindelijk geleid tot de opname van 23 patiëntenaanbevelingen in de netwerkrichtlijn. Een andere methode, met vergelijkbare patiëntenparticipatie, zou het bijeenbrengen van 298 bezoekers in focusgroepen zijn geweest. Dat was niet haalbaar. FreyaWIKI maakte het proces sneller en goedkoper. Patiënten hadden zowel aanbevelingen op het gebied van bejegening en informatievertrekking als organisatorische onderwerpen. De intensieve betrokkenheid van patiënten heeft ook invloed gehad op de formulering van aanbevelingen van de professionals.

Resultaten

Het gebruik van de nieuwe landelijke netwerkrichtlijn subfertiliteit leidt tot een betere patiëntenzorg. De verschillen in inzicht van verschillende professionals zijn verkleind. Naast de netwerkrichtlijn werden 4 deelrichtlijnen ontwikkeld: 

  • standaard subfertiliteit,
  • mannelijke subfertiliteit,
  • onverklaarde subfertiliteit
  • semenanalyse (sperma-analyse)

Verslagen


Eindverslag

De ontwikkeling van de landelijke netwerkrichtlijn subfertiliteit heeft in een periode van 2 jaar geleid tot een eindproduct, de landelijke netwerkrichtlijn subfertiliteit en haar 4 afgeleide multidisciplinaire deelrichtlijnen : standaard Subfertiliteit, onverklaarde subfertiliteit, mannelijke subfertiliteit en semenanalyse. De toevoeging van een innovatieve methode voor patiëntenparticipatie heeft geleid tot een richtlijn geschreven volgens het pad van de patiënt en 23 opgenomen patiéntenaanbevelingen.
Achtergrond: Één op de zes paren bezoekt de huisarts i.v.m. het ongewenst uitblijven van een zwangerschap. De huisarts kan na inventariserend onderzoek een paar al dan niet verwijzen naar gynaecoloog of uroloog. De subfertiliteitzorg is in Nederland regionaal georganiseerd rondom 13 in vitro fertilisatie (IVF)-centra. Buiten patiënten, huisartsen, gynaecologen en urologen kunnen ook embryologen, seksuologen, psychologen en verpleegkundigen bij deze subfertiliteitzorg betrokken zijn. Deze regionale subfertiliteitzorg is niet optimaal, blijkt uit een eerdere analyses: patiënten vinden de organisatie van deze zorg onduidelijk (o.a. de rolverdeling van verschillende actoren), dat niet-medische aspecten niet centraal staan, verschillen in kwaliteit van zorg en onvoldoende onderlinge samenwerking. Er zijn op dit moment verschillende landelijke monodisciplinaire richtlijnen en één Landelijke Transmurale Afspraak met betrekking tot subfertiliteit (NHG, NVOG, NVU en KLEM), er bestaat echter geen multidisciplinaire ‘netwerkrichtlijn’. Dit terwijl in het ZonMw DoelmatigheidsOnderzoek over vruchtbaarheidsstoornissen bleek dat er juist winst kan worden behaald als patiëntenvereniging en beroepsgroepen meer samenwerken en aandacht besteden aan uniforme registratie, richtlijnontwikkeling en voorlichting. Bovendien zijn een aantal van de monodisciplinaire richtlijnen aan herziening toe en is de betrokkenheid van patiënten tot nu toe minimaal geweest. Doelstelling: De ontwikkeling van een multidisciplinaire landelijke netwerkrichtlijn ‘subfertiliteit’ met directe patiëntenparticipatie om hiermee de kwaliteit van de Nederlandse subfertiliteitzorg te verbeteren. Methode: De netwerkrichtlijnontwikkeling zal bestaan uit vier fasen: 1) herziening van gedateerde monodisciplinaire deelrichtlijnen en de ontwikkeling van een nieuwe deelrichtlijn ‘semenanalyse’ en beantwoorden van zorginhoudelijke uitgangsvragen, geformuleerd n.a.v.een knelpuntanalyse middels focusgroepen 2) aggregatie van de deelrichtlijnen en beantwoordde uitgangsvragen op organisatorisch vlak tot een multidisciplinaire landelijke netwerkrichtlijn, waarin het pad van de patiënt centraal staat 3) uitgebreide patiënteninbreng middels wikipedia-achtige methode verkregen aanbevelingen en in depth interviews met patiëntenparen 4) aandacht voor implementatie en evaluatie van de richtlijn. Alle verschillende disciplines (patiënten, huisartsen, gynaecologen, urologen, embryologen, klinisch chemici, verpleegkundigen, psychologen, zorgverzekeraars en arbeidsgeneeskundigen en patiëntenverenigingen) zullen betrokken worden bij de ontwikkeling en verspreiding van zowel de afzonderlijke deelrichtlijnen als van de landelijke netwerkrichtlijn. De begeleiding van al de bij het project betrokken werkgroepen zal plaatsvinden door ervaren richtlijnenmakers van NHG en NVOG en een aangestelde projectcoördinator. De prominente rol voor de patiënten(organisaties), medisch psychologen, arbeidsgeneeskundigen in de ontwikkeling van de netwerkrichtlijn garandeert automatisch meer aandacht voor hun behoeften en een duidelijkere rol voor ook niet-medische aspecten en effectieve preventie van arbeidsverzuim. Het is uitdrukkelijk de bedoeling de richtlijn te voorzien van hulpmiddelen om implementatie in de praktijk te faciliteren zoals patiëntenfolders, een samenvattingskaart en indicatoren. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de expertise van de afdeling IQ-healthcare van het UMC St Radboud. Tevens zal een proces- en effectevaluatie uitgevoerd worden.

Kenmerken

  • Projectnummer:
    150020015
  • Looptijd: 100%
    Looptijd: 100 %
    2007
    2010
  • Gerelateerde programma's:
  • Gerelateerde subsidieronde:
  • Projectleider en penvoerder:
    Prof. dr. J.A.M. Kremer
  • Verantwoordelijke organisatie:
    Nederlands Huisartsen Genootschap

Kwaliteitsinstrumenten en kwaliteitsbeleid

Kwaliteitsinstrumenten ondersteunen zorgprofessionals, de patiënt en diens naasten om de juiste zorgoptie te kiezen. Daarom stimuleren we de ontwikkeling, implementatie, evaluatie en herziening hiervan. Zoals keuzehulpen, richtlijnen, standaarden, patiënteninformatie en meetinstrumenten.