The Dutch dystrophic epidermolysis bullosa database
een vlinder. De ernst van de aandoening varieert van mild to zeer ernstig. In dit project proberen we inzicht te krijgen in de factoren die de ernst van de ziekte bepalen. Dit gebeurt door (1) het verband tussen mutatie en de ziekte te beschrijven in de Nederlandse groep patiënten met DEB; (2) de invloed van mogelijke ziekte-modificerende genen te onderzoeken; (3) een wereldwijd toegankelijke, online mutatie databank te bouwen, waarin alle bekende mutaties met hun effecten beschreven worden.
Producten
Auteur: van den Akker PC, Mellerio JE, Martinez AE, Liu L, Meijer R, Dopping-Hepenstal PJ, Essen AJ, Scheffer H, Hofstra RM, McGrath JA, Jonkman MF.
Magazine: Journal of Medical Genetics
Auteur: van den Akker PC, Jonkman MF, Rengaw T, Bruckner-Tuderman L, Has C, Bauer JW, Klausegger A, Zambruno G, Castiglia D, Mellerio JE, McGrath JA, van Essen AJ, Hofstra RM, Swertz MA.
Magazine: Human Mutation
Auteur: van den Akker PC, Nijenhuis M, Meijer G, Hofstra RM, Jonkman MF, Pasmooij AM.
Magazine: Archives of Dermatology
Auteur: Peter C. van den Akker
Link: http://www.e-pubs.nl/?epub=petervandenakker
Link: http://www.deb-central.org
Verslagen
Eindverslag
Dystrofische epidermolysis bullosa (DEB) is een erfelijke blaarziekte, die veroorzaakt wordt door mutaties in het COL7A1 gen. DEB kan zowel autosomaal dominant (DDEB) als recessief (RDEB) overerven. Er bestaat een breed spectrum van ziekte-ernst, die correleert met de hoeveelheid type VII collageen in de basaal membraan. Die hoeveelheid eiwit is weer afhankelijk is van de effecten van de COL7A1 mutatie(s). Er bestaat echter veel onbegrepen variatie in ernst tussen personen met dezelfde mutatie(s). Het doel van dit AGIKO project, 'The Dutch dystrophic epidermolysis bullosa database', was om meer inzicht te krijgen in de genotype-fenotype correlatie voor DEB en de rol van mogelijke genetische ziektemodificerende factoren. In de vier deelprojecten van het project, waarbij de Nederlandse DEB database als uitgangspunt fungeerde, vonden wij dat 1) het inversa type van RDEB veroorzaakt wordt door specifieke arginine en glycine mutaties in type VII collageen, waarbij verschillen in lichaamstemperatuur waarschijnlijk een belangrijke modificerende rol spelen, 2) DDEB veroorzaakt wordt door andere glycine mutaties en soms door mutaties die leiden tot in-frame exon-skipping in type VII collageen, 3) er onvoldoende aanwijzingen zijn voor een ziektemodificerende rol van MMP1 en MMP3 in de Nederlandse DEB populatie, 4) zowel revertant als somatisch mosaïcisme het ziektebeeld modificeren. Daarnaast hebben we de International Dystrophic Epidermolysis Bullosa Patient Registry (www.deb-central.org) gebouwd voor alle gepubliceerde DEB patiënten met hun COL7A1 genotype en klinische en cellulaire consequenties. Deze gratis en vrij toegankelijke database wordt momenteel wereldwijd gebruikt door vele clinici en wetenschappers. Deze resultaten en de DEB Registry helpen artsen om sneller tot een meer precieze diagnose en prognose te komen en daarmee betere, meer op de individuele patiënt toegespitste zorg aan patiënten met deze ernstige aandoening te leveren.