Achtergrond afbeelding Achtergrond afbeelding darkmode

Multidisciplinaire richtlijn voor vrouwen met urine incontinentie

Bij de zorg van vrouwen met urine incontinentie zijn vele zorgprofessionals betrokken. De huisarts, continentieverpleegkundige, gynaecoloog, uroloog, bekkenfysiotherapeut, specialist ouderenzorg en bedrijfsgeneeskundige krijgen allen te maken met deze patiënten. Veel van deze beroepsgroepen hebben hun zorg wel vastgelegd in richtlijnen, maar daarin ontbreekt de rode draad.

Doel

We willen komen tot 1 multidisciplinaire richtlijn die door alle betrokken partijen wordt geautoriseerd en leidend gaat worden voor de praktijkvoering. De richtlijn is er vooral voor bedoeld om de zorg tussen al deze groepen goed op elkaar af te stemmen. Dan is hulp dichtbij en efficiënt zodat de klachten verholpen of verminderd kunnen worden.

Producten

Titel: Cluster RCT of case management on patients' quality of life and caregiver strain in ALS
Auteur: Huub Creemers, Jan H. Veldink, Hepke Grupstra, et al.

Verslagen


Eindverslag

Het project "multidisciplinaire richtlijn voor vrouwen met urine incontinentie" is erop gericht om de zorg voor vrouwen met dit probleem te stroomlijnen. Bij de zorg van vrouwen met urine incontinentie zijn vele zorgprofessionals betrokken. De huisarts, continentieverpleegkundige, gynaecoloog, uroloog, bekkenfysiotherapeut, specialist ouderenzorg en bedrijfsgeneeskundige krijgen allen te maken met deze patiënten. Veel van deze beroepsgroepen hebben hun zorg wel vastgelegd in richtlijnen, maar daarin ontbreekt de rode draad. Het doel is te komen tot 1 multidisciplinaire richtlijnen die door alle betrokken partijen wordt geautoriseerd en leidend gaat worden voor de praktijkvoering. De verwachting is dat dit gaat leiden tot kwalitatief betere patiëntenzorg. Op voorhand werd vastgesteld dat er nog gebrekkig inzicht is in de gevolgen van urine incontinentie op betaald en onbetaald werk, dat de plaats van de continentieverpleegkundige in het zorgproces niet helder is, en dat de patiënt nog onvoldoende de beschikking heeft over schriftelijke informatie. Tevens is het de vraag in hoeverre een multidisciplinair afgestemde richtlijn inderdaad tot een (kosten) effectievere zorg leidt. In de aanpak staat de patiënt centraal en wordt ook door middel van bijeenkomsten van patiënten nagegaan waar hun specifieke problemen liggen. Bij de werkwijze die wij hanteren staat de kwaliteit van het wetenschappelijk bewijs centraal. Met behulp van de bestaande, recente Engelse richtlijn (NICE richtlijn) wordt nagegaan of er nog aanvullingen nodig zijn en wordt de tekst vertaald naar de Nederlandse situatie. In situaties waarbij er geen externe informatie aanwezig is wordt een literatuur search verricht en wordt het bewijs bekeken en getoetst. Uit deze gegevens wordt een tekst met samenvatting en aanbeveling opgesteld. Uiteindelijk zal het eindproduct gebruikt moeten gaan worden door de diverse professionals en door patiënten.
Het project "multidisciplinaire richtlijn voor vrouwen met urine incontinentie" is erop gericht om de zorg voor vrouwen met dit probleem te stroomlijnen. In de praktijk zijn er vele professionals betrokken bij de zorg, ieder vanuit hun eigen optiek, maar vaak met grote overlap waar het de diagnostiek en therapie aangaat. Groeperingen zijn de huisarts, bekkenbodem fysiotherapeut, gynaecoloog, uroloog, patiëntenvereniging, continentie verpleegkundige, bedrijfsarts, en de verpleeghuisarts. Er bestaan nu 4 verschillende richtlijnen en de bedoeling van dit project is om te komen tot 1 richtlijn waarin de zorg helder omschreven is. Vooral verdient het aandacht hoe de verwijzingen tussen diverse zorgverleners naar elkaar is afgestemd, en wie geacht wordt welke diagnostiek en behandeling toe te passen. Door dit ook samen te vatten in een helder document voor de patiënten hopen wij de zorg efficiënter en kwalitatief hoogwaardiger te maken. De efficiëntie winst zal getoetst worden door na te gaan in hoeverre een nieuwe richtlijn kosteneffectief kan zijn te opzichte van de oude situatie. In dit project is er specifieke aandacht voor welke impact urine incontinentie heeft op de mogelijkheden tot het verrichten van arbeid, en hoe wij om moeten gaan met urineverlies bij ouderen. Deze populatie kent haar eigen problemen die nog onvoldoende belicht zijn in de huidige richtlijnen. In de aanpak staat de patiënt centraal en wordt ook door middel van bijeenkomsten van patiënten nagegaan waar hun specifieke problemen liggen. Daarbij focussen wij ons specifiek op de gevolgen van urineverlies op het verrichten van (on)betaald werk. Dit alles resulteert in het opstellen van een beperkt aantal uitgangsvragen die de werkgroep moet gaan beantwoorden. In de werkwijze die wij hanteren staat de kwaliteit van het wetenschappelijk bewijs rondom de diagnostiek en behandeling centraal. Met behulp van de bestaande, recente Engelse richtlijn (NICE richtlijn) wordt nagegaan of er nog aanvullingen nodig zijn en wordt de tekst vertaald naar de Nederlandse situatie. In situaties waarbij er geen externe informatie aanwezig is wordt een literatuur search verricht en wordt het bewijs bekeken en getoetst. Uit deze gegevens wordt een tekst met samenvatting en aanbeveling opgesteld. Uiteindelijk zal het eindproduct gebruikt moeten gaan worden door de diverse professionals en door patiënten. De daarvoor benodigde strategie en hulpmiddelen zullen in het zogenaamde Verspreiding en Implementatie Plan (VIP) worden omschreven.

Kenmerken

  • Projectnummer:
    150020008
  • Looptijd: 100%
    Looptijd: 100 %
    2009
    2011
  • Gerelateerde programma's:
  • Gerelateerde subsidieronde:
  • Projectleider en penvoerder:
    Prof. dr. C.H. van der Vaart
  • Verantwoordelijke organisatie:
    Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland

Kwaliteitsinstrumenten en kwaliteitsbeleid

Kwaliteitsinstrumenten ondersteunen zorgprofessionals, de patiënt en diens naasten om de juiste zorgoptie te kiezen. Daarom stimuleren we de ontwikkeling, implementatie, evaluatie en herziening hiervan. Zoals keuzehulpen, richtlijnen, standaarden, patiënteninformatie en meetinstrumenten.