Stay-At-Home maatregelen tijdens de Coronapendemie en het Effect op Ziekenhuisopname onder Werkenden
Er is een voortdurende beleidsdiscussie en publiek debat over de netto-effecten van de niet-medische interventies (NMI's) die zijn ingevoerd om de verspreiding van COVID-19 tegen te gaan. Deze maatregelen zijn genomen om de pandemie onder controle te krijgen en hebben mogelijk onverwachte negatieve gezondheidseffecten gehad, vooral tijdens lockdown-tijden toen de "stay-at-home order" (SHO's) van kracht waren voor niet-essentiële werknemers. Deze studie zal evalueren of de SHO's het beoogde effect hadden om ziekenhuisopnames te verminderen.
Doel
Toen de COVID-19-pandemie begon, was een van de belangrijkste zorgen de overmatige vraag naar ziekenhuisbedden en met name bedden op de intensive care (ICU). Hoe effectief het SHO-beleid was bij het verminderen van de overdracht van COVID-19 en daarmee IC-bedden, is onbekend. Het doel van deze studie is te analyseren wat het effect van de SHO’s was op de kans op ziekenhuisopname voor COVID-19 onder essentiële en niet-essentiële werknemers op de korte en middellange termijn.
Aanpak/werkwijze
Gezondheidsresultaten zullen worden gemeten in termen van ziekenhuisopnames en verblijfsduur. We onderzoeken de marginale impact van SHO op een verhoogd risico op ziekenhuisopname.
De analytische benadering omvat een difference-in-differences-model; een quasi-experimentele studie waarin we de veranderingen meten van effecten in de loop van de tijd tussen een populatie essentiële werknemers die meer werd bloot gesteld aan COVID-19 (de "behandelingsgroep") en niet-essentiële werknemers die thuis bleven tijdens de SHO’s (de "vergelijkingsgroep"). We vergelijken het effect van de lockdown en analyseren het verschil tussen de verandering in uitkomsten voor en na (verschil 1) in de essentiële en niet-essentiële werknemers (verschil 2).
Samenwerkingspartners
Dr. van den Broek-Altenburg is projectleider. Ze heeft een Ph.D. in Health Services Research met specialisaties in economie, statistiek en epidemiologie. Ze heeft 20 jaar ervaring in gezondheidsbeleid en gezondheidseconomie en heeft diverse onderzoeken geleid naar risico op COVID-19 infectie en de gezondheids- en maatschappelijke gevolgen van de pandemie.
Dr. Bram Bakker is onderzoeker. Hij heeft een Master Psychologie met de nadruk op methodologie, en cognitieve wetenschappen en een doctoraat in modellering en machine learning met neurale netwerken.
Drs. Van den Broek en Bakker worden bijgestaan door een team van experts uit de nationale en internationale academische wereld en volksgezondheid.
(Verwachte) resultaten
De poging om COVID-19-gerelateerde ziekenhuisopnames tot een minimum te beperken, is mogelijk gecompenseerd door een toename van de kans op ziekenhuisopname als gevolg van verminderde toegang tot eerstelijnszorg en uitgestelde electieve zorg. De richting van het effect is duidelijk, maar de omvang is onduidelijk. Naar verwachting zal ziekenhuisopname groter zijn onder niet-essentiële werknemers nadat het lockdown-bevel werd opgeheven. Dit "rebound"-effect kan zijn verzacht door vaccins of andere factoren.
Dit project zal belangrijke richtlijnen bieden voor het ontwerpen van beleid om de toegang tot zorg bij toekomstige pandemieën te maximaliseren en piekcapaciteit zo veel mogelijk te voorkomen.