Suicidepreventie in de zorg voor mannen en jongeren: samenwerken aan méér kennis en kwaliteit
Veel mensen die overlijden door zelfdoding zagen in het jaar voor overlijden een zorgprofessional. Het optreden van zorgprofessionals op zulke momenten in het herkennen, diagnosticeren en behandelen van suïcidaliteit is cruciaal. Dit geldt in het bijzonder in de zorg voor jongeren, jongvolwassenen, en mannen van middelbare leeftijd. Het doel van dit consortium is de kwaliteit van zorg voor deze groepen te verbeteren en zo suïcides en suïcidaal gedrag terug te dringen.
Doel
Het doel van dit consortium is de kwaliteit van (mentale) gezondheidszorg voor jongeren, jongvolwassenen en mannen van middelbare leeftijd en hun naasten te verbeteren. Dit doet de projectgroep door kennis over suïcidaal gedrag binnen deze groepen, en effectieve behandeling daarvan, te vergroten. Zij ontwikkelen tools waarmee ze zorgprofessionals en naasten ondersteunen om de best mogelijke ondersteuning te leveren. De projectgroep onderzoekt de implementatie van zulke tools, en ontwikkelen een kennisbank om kennis beter te kunnen verspreiden.
Aanpak/Werkwijze
De projectgroep werkt met vijf werkpakketten.
- In WP1 wordt de nieuwe richtlijn Suïcidaliteit doorontwikkeld tot een levende richtlijn, en wordt die geïmplementeerd via de Toolkit Suïcidepreventie en micro-learnings. Zo brengen ze nieuwe wetenschappelijke evidentie sneller naar de spreekkamer.
- In WP2 worden innovatieve behandelingen voor jongeren, jongvolwassenen en mannen van middelbare leeftijd geoptimaliseerd en op kleine schaal toegepast in de Nederlandse praktijk.
- In WP3 zetten zij spiegelgesprekken in ter verbetering van de bejegening van mensen die na een suïcidepoging in het ziekenhuis komen.
- WP4 richt zich op het toerusten van naasten met een ondersteuningstool.
- In WP5 wordt een kennisbank ontwikkeld en geïmplementeerd.
Samenwerkingspartners
Het consortium verbindt meer dan 50 onderzoekers van meer dan 25 organisaties in het zorgdomein, waaronder GGZ-instellingen, ziekenhuizen, cliëntvertegenwoordigers, ervaringsdeskundigen, organisaties die zich bezighouden met suïcidepreventie, onderzoeksinstellingen en universiteiten. In elk werkpakket en in elk panel zijn wetenschappelijke kennis, praktijkkennis en ervaringskennis gebundeld.
Consortiumpartners zijn onder anderen Universiteit Leiden, Stichting 113 Zelfmoordpreventie, Stichting Mind, Amsterdam UMC, GGZ Oost Brabant, Supranet GGZ, het Suïcide Preventie Centrum, GGZ Rivierduinen, Vrije Universiteit, VeiligheidNL, UMC Utrecht, Stichting Man-o-man, UMCG, Alii Care, GGZ Ecademy, Universiteit Utrecht, GGZ Reinier van Arkel, Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie, Haaglanden MC, Rijksuniversiteit Groningen en Stichting Aurora.
(Verwachte) resultaten
Tijdens het project worden onder andere de volgende resultaten ontwikkeld:
- Een levende richtlijn. Cliënten die kampen met suïcidaliteit zullen hierdoor betere zorg ontvangen, en zorgverleners zullen zich beter toegerust voelen.
- Behandelprotocollen (idem)
- Samen Sterk-tool, met impact op naasten die met de tool hun geliefde die kampt met suïcidaliteit beter kunnen ondersteunen.
- Betere nazorg voor mensen die na een suïcidepoging in het ziekenhuis komen, met meer aandacht voor hun behoeften.
- Kennisbank, met impact op (zorg)professionals die 24/7 eenvoudig toegang hebben tot informatie en tools en zo betere zorg kunnen leveren.