Landelijke implementatie PaTz
Palliatieve thuiszorg is een veld in ontwikkeling. Er is nog veel onduidelijk over vroegtijdige identificatie bij mensen met (meerdere) chronische problemen en kwetsbare ouderen. De surprise question is daarbij niet voldoende. In Engeland is de SPICT-tool ontwikkeld, die bij deze identificatie kan helpen. Vertaling en bewerking van deze tool, zodat deze in de PaTz-groepen kan worden toegepast, draagt bij aan de professionalisering van de PaTz-methodiek. Dit geldt ook voor het doorontwikkelen van het Palliatieve Zorg Register dat mogelijkheden biedt voor communicatie en zorgplanontwikkeling.
Doel
Ons doel was het borgen an de bestaande PaTz-groepen en het bieden van ondersteuning bij het opstarten van nieuwe PaTz-groepen.
Aanpak/werkwijze
De landelijke projectgroep zorgt voor de inhoudelijke ontwikkeling PaTz-methodiek door een vertaling en bewerking beschikbaar te stellen van de SPICT-tool: een hulpmiddel om de palliatieve fase vroegtijdig te identificeren. Door middel van een pilot werden ervaringen opgedaan in de werken met deze tool in de PaTz-groepen. Verder vond een nadere oriëntatie plaats op het doorontwikkelen van het Palliatieve Zorg Register in samenwerking met opgedane ervaringen in Rotterdam: een praktisch hulpmiddel om patiënten te bespreken en de zorgzwaarte van de patiënt te benoemen. Nadat de patiënt is overleden, wordt de begeleiding tijdens de palliatieve fase geëvalueerd. Om de landelijke implementatie te doen slagen, was het van belang om regionaal werkgroepen op te zetten. De landelijke projectgroep zorgde voor informatie en educatie zodat de regionale werkgroepen toegerust zijn om regionaal huisartsen, (wijk)verpleegkundigen en inhoudelijk deskundigen te informeren en motiveren om PaTz-groepen te starten. De landelijke projectgroep zorgde ook voor educatie en kennis op maat door handreikingen samen te stellen met informatie om bestaande PaTz-groepen te borgen en succesfactoren te benoemen die bijdroegen aan het initiëren van nieuwe PaTz-groepen
Samenwerkingspartners
We werkten samen met PalHag/het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG), Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN) en het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL).
Resultaten
We hebben 3 doelstellingen gerealiseerd:
- Door vroegtijdig patiënten in de laatste levensfase in beeld te brengen en te anticiperen op hun zorgbehoefte neemt de kwaliteit in de palliatieve thuiszorg toe. Daarom werkten we aan een inhoudelijke doorontwikkeling van de PaTz-methodiek door het beschikbaar maken van de SPICT-tool. Onze pilot heeft laten zien dat met de combinatie Surprise Question en zoekstrategie ICPC/SPICT tijdige identificatie van palliatieve patiënten in de huisartsenpraktijk haalbaar lijkt.
- De website van PaTz is aangevuld met relevante informatie en handreikingen. Zoals over de overdracht naar de huisartsenpost, de spirituele dimensie en samenwerken met geestelijke verzorgers. Verder is onder andere in samenwerking met het netwerk palliatieve zorg Rotterdam en omstreken een pilot gestart om de PaTz-portal landelijk beschikbaar te stellen. Deze tool ondersteunt de PaTz-groepen om efficiënter en beter samen te werken.
- Er zijn 3 regionale werkgroepen PaTz ontwikkeld. Om nieuwe PaTz-groepen te initiëren is een regionale samenwerking tussen adviseurs van IKNL, ROS, netwerkcoördinatoren palliatieve zorg en PaTz-ambassadeurs zeer succesvol gebleken in 3 pilotregio’s (Twente, Midden-Nederland en Limburg). Aan de hand van een leidraad is ook regionaal PaTz-overleg in andere regio’s opgezet.
ZonMw en PaTz-groepen
Dit project financierden we vanuit ons Verbeterprogramma Palliatieve Zorg. Het tijdig signaleren, herkennen en bespreekbaar maken van het levenseinde helpt patiënten en naasten om over hun doelen, wensen en behoeften rondom de palliatieve fase na te denken. Het is belangrijk dat huisartsen samen met wijkverpleging de palliatieve fase van een patiënt met elkaar bespreken in een multidisciplinair overleg (MDO).