Diversiteit en volwaardig partnerschap in hulpverlening aan kinderen en jeugdigen met CMB en hun communicatiepartners
Ouders spelen een centrale rol in het uitvoeren van interventies bij kinderen met Communicatief Meervoudige Beperkingen (CMB). Kennis van cultuur, leefwereld en beleving van cliënten (developmental niche) is essentieel voor het slagen van interventies. Vaak is er sprake van een gat tussen de developmental niche van cliënten (andere cultuur of taal, laaggeletterd) en van hulpverleners (Nederlands, hoogopgeleid).
Doel en opzet
Het doel van dit project is het schrijven van een richtlijn cultuursensitief hulpverlenen bij OC-interventies aan kinderen met CMB. En ook om hulpverleners handvatten te geven om verschillen in cultuur, leefwereld en beleving van cliënten en communicatiepartners en zichzelf te overbruggen. Daarnaast wordt aandacht besteed aan vaak impliciete voorkeuren en vooroordelen van behandelaars. Doelgroepen zijn ouders die zelf de Nederlands taal niet goed machtig zijn, een (lichte) verstandelijke beperking hebben, laaggeletterd zijn of ouders met een lage sociaal economische status.
Producten
Auteur: Mathijs Vervloed
Auteur: Mathijs Vervloed
Link: https://repository.ubn.ru.nl/handle/2066/312668
Auteur: Mathijs Vervloed
Link: https://repository.ubn.ru.nl/handle/2066/312096
Verslagen
Eindverslag
Bij kinderen met Communicatief Meervoudige Beperkingen (CMB) spelen ouders een centrale rol in het uitvoeren van interventies. Om ouders te helpen moeten hulpverleners kennis hebben van de cultuur, leefwereld en beleving van ouders. Dit voorkomt dat interventies niet aansluiten bij de behoeften van de gezinnen die zij begeleiden. Om problemen te voorkomen of op te lossen is in dit project een handreiking geschreven over cultuursensitieve zorg bij hulp aan kinderen met CMB. De handreiking is bedoeld voor hulpverleners, leerkrachten en andere professionals die werken met kinderen met CMB en hun ouders. Doel is om hulpverleners handvatten te geven om verschillen in cultuur, leefwereld en beleving van cliënten en communicatiepartners en zichzelf te overbruggen. De handreiking begint met een analyse van de literatuur. Dan volgen de resultaten van interviews en focusgroepen. Na deze achtergrondinformatie volgen aanbevelingen. Eerst worden algemene aanbevelingen gegeven. Dan volgen aanbevelingen voor onderzoek en diagnostiek, behandeling en begeleiding. De handreiking eindigt met aanbevelingen voor het implementeren van communicatiehulpmiddelen.